‘De Superpromoter’ (boek)
Het boek ‘De Superpromoter’ van Rijn Vogelaar laat zien dat enthousiastelingen van groot belang zijn voor bedrijven en als inspiratiebron kunnen dienen voor het succesvol ontwikkelen van producten en diensten. Superpromoters kunnen er zelfs voor zorgen dat de omzet van een bedrijf stijgt. Vogelaar stelt dat de nadruk niet langer moet liggen op wat de klagers ons te vertellen hebben maar dat de focus moet liggen op de enthousiastelingen; superpromoters. Dit zijn klanten die hun enthousiasme over een bedrijf uitdragen en hiermee hun omgeving beïnvloeden.
De belangrijkste kenmerken van een superpromoter
Het boek ‘De Superpromoter’ van Rijn Vogelaar bestaat uit zes hoofdstukken. Na een inleiding in hoofdstuk 1, gaat de auteur in hoofdstuk 2 in op het begrip ‘superpromoter’. Hier beschrijft hij de drie belangrijkste kenmerken van dit type klanten: enthousiasme, het delen van enthousiasme en het beïnvloeden van anderen. Tevens benadrukt hij dat de reikwijdte van de superpromoter enorm is. De tegenhanger van de superpromoter is de ‘antipromoter’; deze persoon is uitgesproken negatief over het bedrijf en kan ook anderen beïnvloeden. Een antipromoter mag zeker niet worden onderschat, maar een superpromoter kan veel waardevoller voor het bedrijf zijn.
Het draait om klantgerichtheid
In hoofdstuk 3 van het boek staat klantgerichtheid centraal. Het doel van bedrijven is het creëren van enthousiaste klanten en ontevredenheid wegnemen. Volgens Vogelaar moet je hierbij de volgende stappen nemen: het streven naar tevreden en trouwe klanten, het sturen op enthousiasme en het sturen op superpromoters.
Net Promotor Score (NPS)
In hoofdstuk 4 van het boek zijn indicatoren beschreven die nodig zijn om een superpromoter te vinden en te volgen. Er wordt uitvoerig ingegaan op de Net Promotor Score (NPS) als maatstaf voor enthousiasme. De NPS meet loyaliteit. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de volgende vraag: hoe waarschijnlijk is het dat je dit bedrijf aan een vriend of collega zal aanbevelen? Een ander meetsysteem is de Social Sharing Metric (SSM). Je kunt deze gebruiken om te meten of mensen het enthousiasme ook daadwerkelijk delen. Dit doe je door aan klanten te vragen of ze het bedrijf recent nog hebben aanbevolen. Ook kan je de mate van invloed meten met de influence metric (IFM).
Het Odilia-model
In hoofdstuk 5 van het boek introduceert Vogelaar het ODILIA-model. Een praktisch model waarmee een bedrijf haar superpromoters kan leren kennen. ODILIA is een acroniem dat staat voor:
- Oriënteren: hier gaat het erom deze klanten te leren kennen door te achterhalen wat hen interesseert. Dit kan door middel van desk research.
- Definiëren: hier moet je bepalen welke klanten precies belangrijk zijn. Met de gevonden informatie uit stap 1 kun je nu een specifiek beeld van deze klanten schetsen.
- Inviteren: het uitnodigen van deze klanten om ermee te praten.
- Luisteren: hier laat je deze klanten praten over hun beleving en sociale ervaringen. Belangrijk is te achterhalen hoe het enthousiasme bij hen tot stand is gekomen.
- Interpreteren: hier gaat het erom het enthousiasme en de reacties van de omgeving te analyseren en te begrijpen.
- Assisteren: in deze fase ten slotte, moet je de superpromoter helpen om anderen te beïnvloeden.
Conclusies
In hoofdstuk 6 van het boek benadrukt Vogelaar nogmaals het belang van de superpromoter. Tevens geeft hij aan hoe ze voor het bedrijf ingezet kunnen worden. Zo kunnen ze bijvoorbeeld een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van en bij communicatie rond nieuwe producten. Het is van belang deze klanten in een vroeg stadium bij de ontwikkeling van nieuwe producten te betrekken, zodat ze zich betrokken voelen. Ook in communicatie moet rekening worden gehouden met deze bijzondere klanten. Wanneer dit niet wordt gedaan, voelen ze zich volgens Vogelaar mogelijk gepasseerd.
Referentie(s)
Vogelaar, R. (2009), De Superpromoter; over de kracht van enthousiasme. Van Duuren Media, Culemborg.
Anderen bekeken ook
Vergeet de net-promotor score (blog)