Google: built to build
De Amerikaanse onderzoekers Iyer en Davenport hebben de succesfactoren van Google in kaart gebracht. Zij werden in de gelegenheid gesteld veel tijd door te brengen in Googleplex, het hoofdkantoor van Google in Mountain View (Santa Clara County), Californië. Hun belangrijkste conclusies zijn dat Google een enorme infrastructuur heeft opgebouwd gebaseerd op het ‘built to build’ principe en dat het aantrekken en vasthouden van de beste mensen in de markt hen in staat stelt ontwikkelingen in de markt te leiden.
Built to build!
Iyer en Davenport constateren dat het basisprincipe waarop Google is gebouwd te typeren is als ‘built to build’. Dit principe kent drie belangrijke kenmerken:
- Schaalbaarheid. Volgens onofficiële bronnen zou Google over een netwerkinfrastructuur beschikken van ongeveer één miljoen computers. Hieraan kunnen nieuwe computers en netwerken worden gekoppeld die direct door het Google systeem herkend worden. Daardoor kan men ze ook direct in gebruik nemen. De software is een aangepaste versie van het open-source programma Linux waaraan ze gemakkelijk en direct nieuwe programma’s kunnen koppelen. Daarnaast is de database – genaamd ‘Bigtable’ – zo ontworpen dat het zichzelf kan aanpassen aan het continu groeiend volume aan data.
- Een product-life cycle waarin nieuwe producten snel kunnen groeien afhankelijk van de vraag in de markt. Bijna elke dag (!) kondigt het bedrijf een nieuw product of een nieuwe applicatie aan. In eerste instantie zetten de Google ontwikkelaars een testversie online (een zogenoemde ‘alpha-versie’); zodra deze de aandacht van de consument krijgt, lanceert men een beta-versie om te kijken of het product z’n weg zou kunnen vinden naar een groter publiek. Hierbij wordt het nieuwe product door gebruikers getest en kunnen zij verbeteringen aangeven. In dit proces zijn het testen van een product en de marketing er van eigenlijk niet meer van elkaar te scheiden. Als de vraag daarna sterk toeneemt, kan op het Google netwerk ruimte voor het nieuwe product worden vrijgemaakt.
- Het ondersteunen van productontwikkeling door derden. Google moedigt andere partijen aan, producten te ontwikkelen die passen bij functionaliteiten van Google. Keyhole satellite photos werd na de overname door Google verandert in een dienst (Google Earth) waardoor er makkelijk andere diensten aan gekoppeld konden worden (Google Maps). Op deze manier kan men databases van verschillende bronnen integreren; zoals makelaars dat doen met Google Maps.
Interne cultuur
Een tweede kritieke factor die het succes van Google verklaart, is dat het bedrijf een sterke interne cultuur heeft gecreëerd. Deze cultuur is te typeren als ‘technocratisch’. Dit betekent dat men medewerkers stuurt en waardeert op basis van hun ideeën en vernieuwende inzichten. Eén van de dingen waarin dit tot uitdrukking komt, is dat medewerkers bijvoorbeeld een bepaald deel van hun werktijd mogen besteden aan het zelf uitdenken en ontwikkelen van nieuwe producten.
Een ander aspect in de aansturing van medewerkers is dat Google sterk is gefocust op het intellectueel stimuleren van medewerkers door onder meer ‘Tech Talks’ te organiseren. Naast diverse privileges verlangt men van medewerkers wel een haast obsessieve instelling (hetgeen onder meer tot uitdrukking komt in het structureel overwerken). Binnen Google geeft men veel tijd en aandacht aan het vinden van de juiste medewerkers maar ook aan het vasthouden van de beste mensen. Daarvoor heeft het management zelfs een model ontwikkeld dat de gemeenschappelijke kenmerken beschrijft van de best presterende medewerkers binnen Google. Bij Google is men er van overtuigd dat de organisatie van binnen naar buiten moet groeien; door met de beste mensen de beste producten te leveren volgt Google de strategie van ‘branding inside out’.
Referentie(s)
Iyer, B., Davenport, T.H. (2008), Google’s innovation machine. Harvard Business Review, vol.86, no.4, p.58-68.