Concept extensions: rokers in cowboy look
Rik Riezebos schreef met Arianne Hendriks-Visser twee artikelen over de extensiestrategie. In dit tweede artikel ligt de focus op conceptextensies, een markt waar miljarden euro’s en dollars in omgaan…
In de marketingliteratuur wordt over twee extensiestrategieën gesproken, namelijk line en brand extension. Diverse onderzoeken naar extensies hebben één conclusie gemeen: hoe groter de verwantschap tussen de producten waarop dezelfde merknaam wordt gebruikt, des te groter de kans dat het extended product door consumenten wordt geaccepteerd en gekocht. Toch zijn er ook merken die zich succesvol hebben vertakt over producten die weinig of niet aan elkaar verwant zijn. Denk bijvoorbeeld aan Harley-Davidson, een merk dat naast motoren gevoerd wordt op aftershave, sigaretten en bier.
De naam Caterpillar wordt naast zware graafmachines gebruikt op schoenen en rugtassen. Deze productsoort-overstijgende extensies hebben we in het eerste artikel benoemd als concept extension. De ‘productafstand’ tussen parent en extended product is bij concept extension per definitie groot en de verwantschap tussen de producten is derhalve laag. Het vermoeden bestaat dat bij concept extension andere kritieke succesfactoren van belang zijn, dan bij line en brand extension.
Download PDF van dit artikel.
Referentie(s)
Riezebos, R., Hendriks-Visser, A. (1999), Rokers in cowboy look (kritische succesfactoren van concept extensions). Tijdschrift voor Marketing, vol.33, no.7, p.46-48.
Anderen bekeken ook
Concept extensions: kleurpotloden van een motorfabrikant