Zo eet je niet teveel
Het idee was altijd, dat hoe groter het bord is, hoe meer je geneigd bent op te scheppen. Onderzoek toont aan dat de waarneming van de grootte van je bord bepaalt hoeveel je eet. En die waarneming is heel eenvoudig te beïnvloeden… Volgens onderzoek van Van Ittersum en Wansink kun je om minder te eten gebruik maken van de zogenaamde Delboeuf-illusie.
Delboeuf illusie
Van Ittersum en Wansink hebben onderzoek gedaan naar het effect van de grootte van een bord op de hoeveelheid eten die je opschept en opeet. In ruim 100 jaar tijd zijn borden met bijna 23% in omvang toegenomen. Uiteraard is dit geen goed nieuws als het gaat om het bestrijden van overgewicht. Als de grootte van een bord er toe leidt dat je per dag 50 calorieën meer eet, betekent dit dat je in een jaar tijd ruim 2 kilo aankomt. Hoewel het formaat van een bord een effect heeft op hoeveel je eet, tonen de onderzoekers aan dat dit is te beïnvloeden door gebruik te maken van de zogenoemde ‘Delboeuf illusie’.
De Delboeuf illusie is vernoemd naar Franz Joseph Delboeuf, een Belgische filosoof uit de negentiende eeuw. De illusie is gebaseerd op het gegeven dat context een belangrijke rol speelt bij onze inschatting van grootte. Als je om een kleine cirkel een grote cirkel tekent, dan zal de kleine cirkel er kleiner uitzien. Naarmate de buitenste cirkel groter wordt, zal de binnenste cirkel er nog kleiner uitzien. Dit is een zogenoemd ‘contrast-effect’. In figuur 1 is dit weergegeven; in alle gevallen is de binnenste cirkel even groot.
Als bij een bord de binnenste en buitenste cirkel ver uit elkaar liggen, schep je meer op. Dit is het geval bij de onderste twee borden in figuur 1. Je denkt dan immers dat het binnenste gedeelte relatief klein is, hetgeen je compenseert door meer op te scheppen (‘overserving’). Bij de bovenste borden heb je het idee dat je bord al snel vol is; dus daar schep je minder op (‘underserving’).
Figuur 1: Het ‘contrast-effect’
Kan kleur een verschil maken?
Interessant is te kijken of het contrast-effect dat bij de grote borden optreedt, door kleur kan worden opgeheven of versterkt. Van Ittersum en Wansink hebben dit gedaan door consumenten eten te laten opscheppen dat dezelfde of juist een andere kleur had als het bord.
Daartoe serveerden zij spaghetti in rode pastasaus en spaghetti in witte pastasaus op hetzij een rood of een wit bord. In de contrastconditie (rode pasta op een wit bord dan wel witte pasta op een rood bord) schepten respondenten gemiddeld 23% meer op dan de aanbevolen hoeveelheid. De omvang van het bord maakte hier nauwelijks verschil uit. Echter, als het contrast verdween (rode pasta op een rood bord dan wel witte pasta op een wit bord), dan nam het ‘overserving’ verschil nog verder toe. Deze respondenten schepten gemiddeld maar liefst 60% (!) teveel spaghetti op, ten opzichte van de aanbevolen hoeveelheid. Doordat het zichtbare contrast verdween, konden respondenten klaarblijkelijk nog maar moeilijk vaststellen of ze al genoeg hadden opgeschept.
Het onderzoek naar de kleur van het eten en de kleur van de borden toont aan dat we beduidend meer eten als beide kleuren hetzelfde zijn. Omdat eten veelal niet wit van kleur is, kun je dus het best van witte borden eten. Er zit dan wel nog één addertje onder het gras. De kleur van de tafel of het tafelkleed moet namelijk wel dezelfde kleur als het bord hebben, anders werkt de illusie niet.
Conclusies
Concluderend: om minder te eten kun je gebruik maken van de Delboeuf illusie:
- Schaf borden aan waarbij er een relatief klein verschil is tussen de buitenste rand en het gedeelte dat is bestemd is voor voedsel. In figuur 1 zijn dat de bovenste borden. Let er ook op dat deze niet groter zijn dan 25 centimeter in doorsnede.
- Witte borden zijn aan te bevelen boven andere kleuren. Let er wel op dat je tafel en/ of het tafelkleed ook wit is.
Referentie(s)
Ittersum, K. van, Wansink, B. (2012), Plate size and color suggestibility: the Delboeuf illusion’s bias on serving and eating behavior. Journal of Consumer Research, vol.39, no.2, p.215-228.